We zijn er inmiddels al vier weken weg, maar toch willen we nog even terugkijken op onze tijd in Ecuador. Daarom hebben we hier de meest opvallende dingen op een rijtje gezet.
Vervoer
De bus is het ideale vervoersmiddel in Ecuador. Elk stadje heeft wel een centraal busstation en er zijn altijd verbindingen naar de grotere plaatsen in de omgeving. Mocht je niet bij een busstation staan, kun je op elk willekeurig punt langs de route de bus aanhouden. Ze werken niet of nauwelijks met haltes, dus bij het uitstappen roep je gewoon hard “gracias!” en de chauffeur trapt onmiddelijk op de rem, waarop de assistent je uitstappen begeleidt met een fanatiek: “baja! baja! baja! baja! baja!” (vrij vertaald: “stap uit!”), voor het geval je halverwege de trap zou vergeten wat je aan het doen was… Elke bus heeft zo’n assistent. Die zowel de functie van conducteur heeft als een soort van omroeper, waarbij hij met zo snel en zo hard mogelijk herhalen van de bestemming (“Canoa!Canoa!Canoa!Canoa!Canoa!Canoa!”) zoveel mogelijk mensen de bus in probeert te lokken. Er wordt soms bijna om je gevochten. Blijkbaar willen mensen je heel graag vervoeren. Zogauw je een busstation betreedt met je backpack worden er van alle kanten plaatsnamen op je afgevuurd. Het is ons niet geheel duidelijk of er achter dit fanatisme een puur financiële reden schuilt of dat het ook een soort service of perfectionisme is. Van ons mocht het soms wel iets rustiger, maar op deze manier weet je in ieder geval wel zeker dat je de bus die je nodig hebt ook vindt!
Een busreis is sowieso niet per sé een ontspannen aangelegenheid. Goede kans dat er cd van de Ecuadoriaanse Gerard Joling op staat of zelfs een dvd, waarbij ze zich ervan verzekeren dat ook de slechthorenden het prima kunnen volgen! Verder komt er regelmatig een optocht van verkopers binnen met flesjes water, cola, sappen, stukken kokos of ananas, sandwiches, popcorn, cakejes, snoepjes, koekjes, fruit, papipollo (kip met friet), dvds, panfluiten, etc. Je kunt het zo gek niet bedenken of ze sjouwen het de bus in om er helemaal mee naar achter te lopen en weer terug. Als de bus niet lang genoeg stopt, rijden ze gewoon een stukje mee naar de volgende halte. Uiteraard alles begeleid onder het bekende concept: zo snel mogelijk herhalen van het/de product(en) die men verkoopt: “jugo-de-piña-naranja-papaya-jugo-de-piña-naranja-papaya-jugo-de-piña-naranja-papaya-un-dollar-un-dollar-un-dollar” “aguas-aguas-aguas-un-dollar-aguas-un-dollar-aguas-aguas-aguas”, etc. De ironie is dat ze zo hard hun best doen om het snel te zeggen dat niet meer te verstaan is wat ze nu daadwerkelijk verkopen. Maar ook bedelaars (altijd met minstens één lichaamsdeel minder dan ik) of zelfs caberetiers – die behalve een handvol kinderen nooit iemand grappig lijkt te vinden – doen een poging in de bus iets bij te verdienen. De bus in Ecuador is eigenlijk een soort rijdende marktkraam, maar dan één waarbij het cliënteel stil zit en de koopwaar aan zich voorbij gedragen ziet worden.
Verkeer
Het verkeer in Ecuador wordt gekenmerkt door veel getoeter. Ik ken dit uit veel andere landen waar ik ben geweest, maar hier doet men er nog een schepje bovenop. Ik heb een aantal regels kunnen ontdekken omtrent dit fenomeen:
– Als je eraan komt en er is ander verkeer dat mogelijk voor je wielen zou kunnen belanden, dan toeter je.- Als je op een kruising afrijdt, dan toeter je, waarna je voorrang neemt ongeacht van welke richting je komt. Je hebt immers getoeterd.
– Als je moet wachten op ander verkeer (dat daar ook niet voor de lol stil staat) dan toeter je om te laten weten dat de lokale politiek dit kruispunt anders moet inrichten.
– Als er een vrouw op de stoep loopt, dan toeter je. Stiekem gluren is immers onbeleefd.
– Als er 100 meter voor je mensen zijn overgestoken, dan toeter je alsnog om te laten weten dat je bereid was geweest ze te waarschuwen, mocht je al dichterbij zijn geweest.
– Als er absoluut niets aan de hand is, geen enkel dreigend gevaar, geen enkele belemmering voor een vlotte thuiskomst, dan verveel je je de pleuris. Dus dan toeter je!
Een andere regel is dat politie-auto’s altijd met zwaailicht aan rijden. Sterker nog, ze staan ook geparkeerd met zwaailicht aan. We zijn een keer langs een politie-auto gelopen die geparkeerd stond, zijn zwaailicht aan had en ondertussen een spelletje op zijn telefoon aan het spelen was!
In Nederland kennen we natuurlijk ook straatartiesten. Maar ik ben erachter gekomen dat de onzen maar laf zijn. Een straatartiest in Ecuador staat niet rustig aan de rand van een winkelstraat te wachten op wat er voorbij komt lopen. Nee, de Ecuadoriaanse straatartiest gaat bij een verkeerslicht staan en op het moment dat het licht op rood springt, springt hij tussen de auto’s om te jongleren of andere trucs te vertonen, net zo lang tot het licht weer op groen springt en hij, terwijl de auto’s beginnen te rijden, in allerijl langs de raampjes gaat om zijn beloning in ontvangst te nemen. Ons is opgevallen dat er vaak iets wordt gegeven. Het lijkt een soort ongeschreven regel. Zo ook om kleine onnozele dingen als kauwgom of een liga te kopen van straatverkopers. Het lijkt hun manier van het zorgen voor een uitkering voor de zwakkeren. Mensen die bij ons de pensioengerechtigde leeftijd zouden hebben em de hele dag de kranten zouden kunnen lezen, staan hier achter een stalletje en lezen de hele dag de krant.
Wat ons nog het meest intrigeerde aan het verkeer in Ecuador was dat de grote steden verschillende geluiden (voor slechtzienden) bij de verkeerslichten gebruiken. In Quito was het “pieuw! pieuw! pieuw!”, in Riobamba “niouw! niouw! niouw!” en in Cuenca “ioe! ioe! ioe!”. Het was voor ons elke keer weer spannend welk geluid de verkeerslichten nu weer zouden maken!
Ho(s)tels
Van mijn roadtrip in mijn eentje door Frankrijk enkele jaren geleden, had ik geleerd dat je veel goedkoper uit bent wanneer je met zijn tweeën reist, dan wanneer je alleen bent. Met name omdat je in hotels vaak een prijs per kamer betaalt, ongeacht met hoeveel personen je bent. Dit gaat in Ecuador niet op. Daar gaat alles in “prijs per persoon”. Bij een dormroom is dat natuurlijk volkomen logisch, maar bij privé kamers slaat het nergens op. We hebben een kamer gehad met vier bedden, waarvoor wij 10 dollar betaalden, terwijl iemand in z’n eentje 5 dollar zou betalen, maar een groep van 4 personen in totaal 20 dollar kwijt zou zijn geweest. En dat voor dezelfde kamer met allevier de bedden! Een irritante bijkomstigheid was dat het voor ons niet altijd duidelijk was of onze reisgids bij prijsindicaties nu de prijs per persoon of per kamer hanteerde. We hebben sowieso geleerd om deze prijsindicaties met een korreltje zout te nemen. We vermoeden dat zo gauw een hostel of restaurant in zo’n boek terecht komt, ze hun toename in populariteit vieren met een prijsverhoging. Logisch, maar voor ons natuurlijk erg jammer!
Wat voor ons erg wennen was, was de schaarste aan warm water. Voor hotels is het feit dat ze warm water hebben, belangrijk om mee te adverteren. Als je een hotel binnenloopt, zegt de receptionist bij als eerste: “hay duchas con agua caliente” (“er zijn douches met warm water”). Deze belofte geeft overigens absoluut geen garantie voor een lekkere warme douche. Soms is er alsnog geen warm water (of slechts voor één persoon) en als dat er wel is, is het soms weer zo heet, dat je bijna liever koud doucht. In veel gevallen is er slechts één knop, die zowel de temperatuur als hoeveelheid water regelt. Hoe meer water je wil, hoe kouder je zal moeten douchen. En vaak is de grens tussen koud en heet erg klein. Als je dan eindelijk een prettige temperatuur hebt samengesteld is de kans vrij groot dat in één keer de hoeveelheid warm water toeneemt of afneemt en dan kun je weer opnieuw beginnen. Conclusie: ik ben al aardig gewend aan koud douchen!
De locaties van de douches zijn soms ook bijzonder. We hebben al meerdere malen meegemaakt dat een douche net naast (zonder gordijn) of zelfs half boven een wc-pot hangt. Zeer efficiënt!
In de wc’s mag je geen papier gooien. En we hebben inmiddels genoeg voorbeelden gezien van waarom dat is. Soms snap je niet dat mensen (Europeanen) dat dan alsnog blijven doen. Er staat dus altijd keurig een prullenbakje naast de pot en het is soms maar hopen dat die regelmatig geleegd wordt. De Ecuadorianen hebben echter wel een maatregel genomen om te voorkomen dat het gaat stinken: wc-papier met een geurtje! Al het wc-papier in Ecuador heeft een zoet-fris geurtje dat andere nare geurtjes verdoezelt.
Wat wél zeer betrouwbaar is in Ecuadoriaanse hotelkamers, is de aanwezigheid van televisie. Met de sleutel van de kamer, krijg je een afstandsbediening overhandigd, die je bij vertrek weer in moet leveren.
Televisie is erg belangrijk in Ecuador. In restaurants, winkels, overal staat er een aan en er wordt ook naar gekeken! Het hoogtepunt hierin was een groot tv-scherm in Baños, langs de weg voor een ingang van een overdekte markt, waarop een aflevering van Mr Bean werd afgespeeld. Voor mij totaal onduidelijk voor wie dit bedoeld was, aangezien zelfs in Ecuador mensen niet op de stoep stil gaan staan om Mr Bean te kijken. De winkeliers hebben hun eigen tv en de automobilisten (die het vast zwaar hebben omdat ze geen tv kunnen kijken) zijn te druk met toeteren.
Het belang van televisie brengt me op de luxe die in veel huizen veel meer aanwezig is dan ik van tevoren had verwacht. Het verschil tussen de buitenkant van de huizen en wat er aan de binnenkant in staat is opvallend. Zoals een Ecuadoriaan ons zelf vertelde: mensen geven niet om het uiterlijk van hun huizen en daarom lijkt het armoedig, maar als je bij ze naar binnen kijkt, staat het vol met de nieuwste apparatuur. Het uiterlijk is dus duidelijk geen goede graadmeter voor welvarendheid. Voor het oog is het erg jammer dat ze niet iets meer aandacht daaraan besteden. Het meest opvallend bij een groot deel van de Ecuadoriaanse huizen is dat er geen ‘echt’ dak op zit, maar in plaats daarvan een soort fundering voor een extra verdieping (grote stalen schroeven uit dikke betonpalen verspreid over het dak), die men wellicht ooit hoopt te gaan bouwen, maar wat er in de meeste gevallen nooit van komt…
Er is ons vast nog een hoop meer opgevallen, maar dat komt dan een andere keer nog wel ter sprake.
Veel liefs van ons!